Het beest
" Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u , wie mijn woord hoort
en Hem gelooft, die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven en komt niet in het oordeel, want hij is overgegaan uit de dood in het leven.
(Johannes: 5- 24)
Openbaring 6:1
61Toen zag ik dit: het lam verbrak een van de zeven zegels en ik hoorde een van de vier wezens roepen met een geluid als een donderslag: ‘Kom!’
(Openbaring 6:2)
"2Ik zag dit: een wit paard met een ruiter, die een boog droeg. Hij kreeg een zegekrans en trok op als een overwinnaar, de overwinning tegemoet." (NBV)
Het beest uit de zee
Toen zag ik uit de zee een beest komen. Het had zeven koppen en tien horens. Op elke hoorn was een kroon. Op zijn koppen stonden namen die God beledigen. 2 Het beest leek op een luipaard, maar zijn poten leken op die van een beer en zijn bek leek op de bek van een leeuw. En de draak gaf aan dat beest zijn kracht, zijn troon en veel macht. 3Ik zag dat één van zijn koppen dodelijk gewond was, maar de dodelijke wond genas.
Daarom bewonderde de hele wereld het beest. 4En ze aanbaden de draak die aan het beest zoveel macht had gegeven. En ze aanbaden het beest en zeiden: "Wie is er zó geweldig als dit beest? Wie is er machtiger dan hij?" 5 Het beest kon ook spreken. Het stond aldoor op te scheppen en zei beledigende dingen over God. Dat deed het 42 maanden lang (3½ jaar). 6Al die tijd beledigde het beest God, Gods tempel en iedereen die in de hemel woont.
7Ook streed het beest tegen de gelovigen. Het kreeg de macht om hen te overwinnen. Het kreeg de macht over alle volken en stammen en landen en talen. 8 En alle mensen op aarde zullen het beest aanbidden. Alleen de mensen die staan opgeschreven in het Boek van het Leven doen daar niet aan mee. Het Boek van het Leven is het boek van het Lam dat is geslacht vanaf het begin van de wereld.
9 Als je oren hebt, moet je ook goed luisteren. 10Mensen die anderen gevangen nemen, zullen zelf gevangen genomen worden. Mensen die geweld gebruiken, zullen zelf door geweld gedood worden. Hierin worden het geloof en het geduld van de gelovigen op de proef gesteld.

Het beest uit de aarde
Toen zag ik uit de aarde een ander beest komen. Het had net als het Lam twee horens op zijn kop, 12maar het sprak als de draak. Het nam alle macht van het eerste beest over. Het tweede beest zorgde ervoor dat alle mensen het eerste beest (dus het beest met de dodelijk wond die weer genezen was) gingen aanbidden. 13En het deed grote wonderen. Het liet zelfs vuur uit de hemel komen voor de mensen. 14Omdat het tweede beest zoveel macht had gekregen van het eerste beest en zulke wonderen kon doen, gehoorzaamden de mensen hem. Toen zei het tweede beest tegen de mensen dat ze een beeld moesten maken van het eerste beest (dus van het beest dat de dodelijke zwaardwond had gehad, maar was blijven leven). Dat deden ze en ze aanbaden dat beeld. 15 En het tweede beest kreeg de macht om dat beeld levend te maken. Daardoor kon het beeld van het beest ook spreken. En het doodde alle mensen die het beeld niet wilden aanbidden. 16Het beest had iedereen in zijn macht: machtige en gewone mensen, rijke en arme mensen, vrije mensen en slaven. Het dwong iedereen om een merkteken op zijn rechterhand of op zijn voorhoofd te dragen. 17Alleen mensen die dat merkteken hadden, konden iets kopen of verkopen. Het merkteken was de naam van het beest, of het getal dat zijn naam voorstelt.
Openbaringen 14:1-5
1Toen zag ik dit: het lam stond op de berg Sion,
en bij het lam waren honderdvierenveertigduizend
mensen die zijn naam en die van zijn Vader
op hun voorhoofd hadden. 2Ik hoorde uit de hemel
een geluid komen dat klonk als het geluid van
geweldige watermassa’s, van zware donderslagen;
het klonk als het geluid dat muzikanten maken
die op de De lier spelen.
3Er werd voor de troon en voor de vier wezens
en de oudsten iets gezongen dat leek op een nieuw lied.
Niemand kon het lied begrijpen, behalve de
honderdvierenveertigduizend mensen die van
de aarde zijn vrijgekocht. 4Dat zijn degenen
die zich niet met vrouwen hebben afgegeven
maar maagdelijk zijn gebleven. Zij volgen het
lam waarheen het maar gaat. Ze zijn uit de
mensheid vrijgekocht om als de eerste opbrengst
te worden aangeboden aan God en aan het lam.
5 Geen leugen komt over hun lippen, er valt niets
op hen aan te merken./
Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling
© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap

(Openbaring 14:6-12)
6Toen zag ik opnieuw een engel, die hoog in de lucht vloog. Hij had een eeuwig evangelie dat hij bekend moest maken aan de mensen op aarde, uit alle landen en volken, van elke stam en taal. 7
Luid riep hij: ‘Heb ontzag voor God en geef hem eer, want nu is de tijd gekomen dat hij zijn oordeel zal vellen. Aanbid hem die hemel en aarde, zee en waterbronnen geschapen heeft.’ 8Hij werd gevolgd door een tweede engel, die uitriep: ‘Gevallen, gevallen is Babylon, die grote stad, die door haar ontucht alle volken de wijn van haar wellust heeft laten drinken.’

9Zij werden gevolgd door een derde engel, die met luide stem riep: ‘Als iemand het beest en zijn beeld aanbidt en het merkteken op zijn voorhoofd of zijn hand krijgt, 10zal hij de wijn van Gods woede moeten drinken, die onverdund in de beker van zijn toorn is geschonken.
Hij zal in vuur en zwavel worden gepijnigd, onder de ogen van de heilige engelen en van het lam. 11De rook van die pijniging zal opstijgen tot in eeuwigheid. Wie het beest en zijn beeld aanbidden, of wie het merkteken van zijn naam draagt, ze krijgen geen rust, overdag niet en ’s nachts niet.’
(Een chip in je hand of barcode in je voorhoofd?)
Of een vierkant plaatje met naaldjes misschien....
12Hier komt het aan op de standvastigheid van de heiligen, die zich houden aan Gods geboden en aan de trouw van Jezus.13Ik hoorde een stem uit de hemel zeggen: "Schrijf op: “Gelukkig zijn zij die vanaf nu in verbondenheid met de Heer sterven.”’ En de Geest beaamt: ‘Zij mogen uitrusten van hun inspanningen, want hun daden vergezellen hen.’
zeven offerschalen
(Openbaring 15:1-4)
De zeven offerschalen
151Ik zag in de hemel opnieuw een indrukwekkend, wonderbaarlijk teken: het waren zeven engelen met de zeven laatste plagen, waarmee aan Gods woede een einde komt.

2Toen zag ik iets als een zee van glas, vermengd met vuur. Op de glazen zee stonden zij die het beest, zijn beeld en het getal van zijn naam hadden overwonnen. Ze hadden lieren om daarop te spelen voor God. 3Ze zongen het lied van Gods dienaar Mozes en het lied van het lam

‘Groot en wonderbaarlijk zijn uw werken, Heer, onze God, Almachtige, rechtvaardig en betrouwbaar is uw bestuur, vorst van de volken. 4Wie zou u, Heer, niet vereren, uw naam niet prijzen? Want u alleen bent heilig.
Alle volken zullen komen en zich voor u neerbuigen,
want uw rechtvaardige daden zijn geopenbaard.’
Nieuwe Bijbelvertaling (NBV)
Het lam en de zijnen; het oordeel
Deze pagina is een onderdeel van de website: "godgelooftinmij".......
