Brieven van Paulus

De eerste brief van de apostel Paulus
aan de Thessalonicenzen

1 Thessalonicenzen 4

Opwekking tot heilig leven

1Verder, broeders, vragen wij u en roepen wij u er in de Heere Jezus toe op, dat u, zoals u van ons ontvangen hebt hoe u moet wandelen en God behagen, daarin nog meer overvloedig wordt.2Want u weet welke bevelen wij u gegeven hebben op gezag van de Heere Jezus.  3 Want dit is de wil van God: uw heiliging, dat u uzelf onthoudt van de ontucht, 4en dat ieder van u zijn lichaam weet te bezitten in heiliging en eerbaarheid, 5en niet in hartstochtelijke begeerte, zoals de heidenen,  God niet kennen.

6Laat niemand over zijn broeder heen lopen en hem bedriegen door zijn handelwijze,
want de Heere is een Wreker van dit alles, zoals wij u ook van tevoren gezegd en bezworen hebben. 
7Want God heeft ons niet geroepen tot onreinheid,  maar tot leven in heiliging. 8Daarom, wie dit verwerpt, verwerpt niet een mens, maar God, Die ook Zijn Heilige Geest in ons heeft gegeven.

Opwekking tot onderlinge liefde

9Wat nu de broederliefde betreft, hebt u het niet nodig dat ik u schrijf, want u bent zelf door God onderwezen om elkaar lief te hebben. 10Want u doet dat ook ten opzichte van alle broeders die in heel Macedonië zijn. Wij roepen u er echter toe op, broeders, dat nog veel meer te doen,

11en er een eer in te stellen rustig te zijn en uw eigen zaken te behartigen  en te werken met uw eigen handen, zoals wij u bevolen hebben, 12opdat u op een gepaste wijze wandelt ten opzichte van hen die buitenstaan, en niets (niemand)nodig hebt.

De opstanding bij Christus' wederkomst

13Maar ik wil niet, broeders, dat u onwetend bent ten aanzien van hen die ontslapen zijn,  opdat u niet bedroefd bent zoals ook de anderen, die geen hoop hebben. 14Want als wij geloven dat Jezus gestorven en opgestaan is, zal ook God op dezelfde wijze hen die in Jezus ontslapen zijn, terugbrengen met Hem. 15Want dit zeggen wij u met een woord van de Heere, 
dat wij die levend zullen overblijven tot de komst van de Heere, de ontslapenen
beslist niet zullen voorgaan.

16Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem van een aartsengel en met een bazuin van God neerdalen uit de hemel. En de doden die in Christus zijn, zullen eerst opstaan.
17Daarna zullen wij, de levenden die overgebleven zijn, samen met hen opgenomen worden in de wolken, naar een ontmoeting met de Heere in de lucht. En zo zullen wij altijd bij de Heere zijn. 18Zo dan, troost elkaar met deze woorden.

HSV

__________________________

De eerste brief van de apostel Paulus

aan de Thessalonicenzen

1 Thessalonicenzen 5

 

Oproep tot waakzaamheid

1Maar wat de tijden en de gelegenheden betreft, broeders, is het voor u niet nodig dat men u schrijft. 2Want u weet zelf heel goed  dat de dag van de Heere komt als een dief in de nacht. 3Want wanneer zij zullen zeggen: Er is vrede en veiligheid, dan zal een onverwacht verderf hun overkomen, zoals de barensweeën een zwangere vrouw, en zij zullen het beslist niet ontvluchten.

 

4Maar u, broeders, bent niet in duisternis, zodat die dag u als een dief zou overvallen.
 
5U bent allen  kinderen van het licht en kinderen van de dag. Wij zijn niet van de nacht en ook niet van de duisternis. 6Laten wij dan niet, evenals de anderen, slapen, maar  laten wij waakzaam en nuchter zijn.  7Want zij die slapen, slapen 's nachts en zij die dronken zijn,
zijn 's nachts dronken. 
8Maar laten wij, die van de dag zijn, nuchter zijn, bekleed met het borstharnas van geloof en liefde, en met de hoop op de zaligheid als helm. 9Want God heeft ons niet bestemd tot toorn, maar tot het verkrijgen van de zaligheid, door onze Heere Jezus Christus, 10Die voor ons gestorven is,  wij, hetzij wij waken, hetzij wij slapen, samen met Hem zouden leven.11Bemoedig elkaar daarom, en bouw de één de ander op, zoals u trouwens al doet. Opwekkingen tot geestelijk leven 12En wij vragen u, broeders, hen te erkennen die onder u arbeiden, u leiding geven in de Heere en u terechtwijzen, 13en hen uitermate hoog te achten in liefde,
om hun werk.

Leef in vrede met elkaar.

14En wij roepen u ertoe op, broeders, hen die ordeloos leven terecht te wijzen,
de moedelozen te bemoedigen, de zwakken te ondersteunen, en met allen geduld te hebben. 
15Pas op dat niemand een ander kwaad met kwaad vergeldt, maar jaag altijd
het goede na, én voor elkaar én voor allen. 
16Verblijd u altijd. 17Bid zonder ophouden. 
18Dank God in alles. Want dit is de wil van God in Christus Jezus voor u. 19Blus de Geest niet uit. 20Veracht de profetieën niet. 21Beproef alle dingen, behoud het goede.
 
22Onthoud u van elke vorm van kwaad.

Groet en zegenbede

23En moge de God van de vrede Zelf u geheel en al heiligen, en mogen uw geheel oprechte geest, de ziel en het lichaam onberispelijk bewaard worden bij de komst van onze Heere Jezus Christus. 24Hij Die u roept, is getrouw: Hij zal het ook doen. 25Broeders, bid voor ons. 26Groet alle broeders met een heilige kus.
27Ik bezweer u bij de Heere dat deze brief aan alle heilige broeders voorgelezen
wordt. 
28De genade van onze Heere Jezus Christus zij met u. Amen.

HSV 

________________________

2 Thessalonicenzen 1
De tweede brief van de apostel Paulus
aan de Thessalonicenzen

 

Afzenders, geadresseerden, groet

1Paulus, Silvanus en Timotheüs aan de gemeente van de Thessalonicenzen, die in God, onze Vader, en de Heere Jezus Christus is: 2genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Heere Jezus Christus. Paulus' dankgebed en voorbede voor de gemeente
3Wij moeten God altijd voor u danken, broeders, zoals het behoort, omdat uw geloof buitengewoon sterk groeit en de liefde van ieder van u allen tot elkaar steeds toeneemt,
4zodat wij zelf over u roemen in de gemeenten van God vanwege uw volharding en geloof in al uw vervolgingen en in de verdrukkingen die u verdraagt:

5 teken van Gods rechtvaardig oordeel dat u het Koninkrijk van God waardig geacht wordt, waarvoor u ook lijdt. 6Het is immers rechtvaardig van God verdrukking te vergelden aan hen die u verdrukken, 7en aan u die verdrukt wordt, samen met ons verlichting te geven bij de openbaring van de Heere Jezus vanuit de hemel met de engelen van Zijn kracht, 8wanneer Hij met vlammend vuur wraak oefent  over hen die God niet kennen, en over hen die het Evangelie van onze Heere Jezus Christus niet gehoorzaam zijn. 9Zij zullen als straf het eeuwig verderf ondergaan, weg van het aangezicht van de Heere en van de heerlijkheid van Zijn macht,

10wanneer Hij zal gekomen zijn om op die dag verheerlijkt te worden in Zijn heiligen en bewonderd te worden in allen die geloven (want bij u vond ons getuigenis geloof). 11Daarom bidden wij ook altijd voor u dat onze God u de roeping waard acht en Hij al het welbehagen van Zijn goedheid en het werk van het geloof met kracht volbrengt, 12opdat de Naam van onze Heere Jezus Christus in u verheerlijkt wordt, en u in Hem, overeenkomstig de genade van onze God en van de Heere Jezus Christus.

HSV

______________________________________________________

 

2 Thessalonicenzen 2
De tweede brief van de apostel Paulus
aan de Thessalonicenzen

 

De openbaring van de mens der wetteloosheid

1En wij vragen u dringend, broeders, met betrekking tot de komst van onze Heere Jezus Christus en onze vereniging met Hem, 2dat u niet snel aan het wankelen wordt gebracht of verschrikt, niet door een uiting van de geest, niet door een woord, en ook niet door een brief die van ons afkomstig zou zijn, alsof de dag van Christus al aangebroken zou zijn.

3Laat niemand u op enigerlei wijze misleiden. Want die dag komt niet, 
tenzij eerst de afval gekomen is en de mens van de wetteloosheid,
de zoon van het verderf, geopenbaard is
,

4de tegenstander, die zich ook verheft boven al wat God genoemd of als God vereerd wordt, zodat hij als God in de tempel van God gaat zittenen zichzelf als God voordoet. 5Herinnert u zich niet dat ik u deze dingen zei, toen ik nog bij u was? 6En u weet wat hem nu weerhoudt, opdat hij op zijn eigen tijd geopenbaard wordt.7Want het geheimenis van de wetteloosheid is al werkzaam. Alleen is er iemand die hem nu weerhoudt, totdat hij uit het midden verdwenen is.8En dan zal de wetteloze geopenbaard worden.  De Heere zal hem verteren door de Geest van Zijn mond en hem tenietdoen door de verschijning bij Zijn komst; 9hem, wiens komst  overeenkomstig de werking van de satan is,  met allerlei kracht, tekenen en wonderen van de leugen,

10en met allerlei misleiding van de ongerechtigheid in hen die verloren gaan, omdat zij de liefde voor de waarheid niet aangenomen hebben om zalig te worden. 11En daarom zal God hun een krachtige dwaling zenden,  zodat zij de leugen geloven, 12opdat zij allen veroordeeld worden die de waarheid niet geloofd hebben, maar een behagen hebben gehad in de ongerechtigheid.

 

Opwekking tot standvastigheid

13Maar wij moeten God altijd voor u danken, broeders, die geliefd bent door de Heere, dat God u van het begin verkoren heeft tot zaligheid, in heiliging door de Geest en geloof
in de waarheid. 
14Daartoe heeft Hij u geroepen door ons Evangelie om de heerlijkheid
van onze Heere Jezus Christus te verkrijgen. 
15Sta dan vast, broeders,  en houd u aan de overleveringen waarin u onderwezen bent door ons woord of door onze brief. 16En onze Heere Jezus Christus Zelf en onze God en Vader, Die ons heeft liefgehad en ons een eeuwige troost en goede hoop gegeven heeft uit genade, 17moge uw harten vertroosten en u in elk goed woord en werk versterken

HSV

twee handen in elkaar
Deze pagina is een onderdeel van de website: "godgelooftinmij".......