Engelen

 Wat staat er in de Bijbel over engelen? 

 Engelen zijn:

  * Strijders van God
   *Uitvoerders van Gods wil
  * Bewakers van muren en toegangspoorten  van Hemel en hel.
  * Notulisten van alle daden van iedere mens.     
   *Aanwezigen tijdens het gebed van mensen. 

Profeten  Maleachi 3:1  
Let op, ik zal mijn bode zenden; hij zal de weg voor mij effenen.
Opeens zal hij naar zijn tempel komen, de Heer naar wie jullie uitzien,
de engel van het verbond naar wie jullie verlangen.
Komen zal hij – zegt de HEER van de hemelse machten. 

Priesters  Maleachi 2:7
Kennis ligt op de lippen van de priester en waarheid
zoekt men in wat hij zegt,  want hij is een bode
van de HEER van de hemelse machten.

kerkleiders  Openbaring 1:20 
Dit is de betekenis van de zeven sterren
die je in mijn rechterhand zag en van
de zeven gouden lampenstandaards: de zeven sterren
zijn de engelen van de zeven standaards
zijn de zeven gemeenten zelf.


Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling 
© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap 

 

Waar komen engelen vandaan?

Volgens de Joodse overlevering werden de engelen
op de tweede dag van de schepping, geschapen
Ze kregen een vrije wil, Goddelijke intelligentie
en onsterfelijkheid. De favoriete engel Lucifer
was hoogmoedig geworden en wachtte op een
kans om God van de troon te stoten.

 

  Het woord engel komt van het -Griekse woord angelos, 
dat betekent “boodschapper.” 
Het Hebreeuwse woord daarvoor is -malach- 
ook dat betekent “boodschapper”. 

De schrijver van het laatste boek van het Oude Testament
Maleachi- wordt “mijn bode” genoemd” 
De voorgangers van de zeven gemeenten in het boek Openbaring, 
het laatste boek van de Bijbel worden; -aggeloo- genoemd.

 

Aartsengel Michael nam het tegen
Lucifer op en deze trok zich terug en verzamelde
de steun van een derde van de engelen.
De strijd die hierop volgde eindigde
met de 
val van de opstandige engelen
in de diepte.
zij werden duivels en demonen.

 

 


 Nehemia 9:6 
Gij toch zijt alleen de HERE, Gij hebt de hemel,
de hemel der hemelen en al zijn heer gemaakt,
de aarde en al wat daarop is, de zeeën en al wat daarin is;
 ja, Gij geeft hun allen het leven,
en het heer des hemels buigt zich voor U neder. 
 

Kolossenzen 2:18 
Ook in Kolossenzen 2 lezen we dat we engelen niet mogen
aanbidden en vereren: "Laat niemand u de prijs doen missen
door gewilde nederigheid en engelenverering"  

Romeinen 1: 25 
Zij immers hadden de waarheid Gods vervangen door de
leugen en het schepsel vereerd en gediend boven de Schepper,
die te prijzen is tot in eeuwigheid. Amen.   

Soms gebruikt de Bijbel deze woorden voor mensen: 
Gewone mensen die een boodschap brengen

Profeten

Priesters

Kerkleiders

 

54c7381cd2a219309bf799577cb236d61.gif
 

Kolossenzen 1:15-20 
Beeld van God, de onzichtbare, is Hij, 

eerstgeborene van heel de schepping: 
in Hem is alles geschapen, 
alles in de hemel en alles op aarde, 
het zichtbare en het onzichtbare, 
vorsten en heersers, machten en krachten, 
alles is door Hem en voor Hem geschapen.

 

Hij bestaat vóór alles en alles bestaat in Hem. 
Hij is het hoofd van het lichaam, de kerk. 
Oorsprong is Hij, eerstgeborene van de doden, 
om in alles de eerste te zijn: in Hem heeft
heel de volheid willen wonen en door Hem en
voor Hem alles met zich willen verzoenen,
alles op aarde en alles in de hemel, door vrede
te brengen met Zijn bloed aan het kruis. 

Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling 
© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap

 

2 Timoteüs 3:16,17
Elke schrift tekst is door God 
Geïnspireerd en kan gebruikt worden 
om onderricht te geven, om dwalingen 
en fouten te weerleggen, en om 
op te voeden tot een deugdzaam leven, 
zodat een dienaar van God voor 
zijn taak berekend is en voor 
elk goed doel volledig is toegerust.
  


De Menora is een zevenarmige kaarsenstandaard die je
bijna bij alle Joodse mensen thuis kunt vinden
en staat tevens symbool voor de staat Israël

Hebreeën 2:1-18

Jezus beneden de engelen gesteld

1 Daarom moeten wij te meer aandacht schenken aan hetgeen wij gehoord hebben,
opdat wij niet afdrijven. 2 Want indien het woord, door bemiddeling van engelen gesproken, van kracht is gebleken, en elke overtreding en ongehoorzaamheid rechtmatige vergelding heeft ontvangen,

 3 hoe zullen wij dan ontkomen, indien wij geen ernst maken met zulk een heil,
dat allereerst verkondigd is door de Here, en door hen, die het gehoord hebben,
op betrouwbare wijze ons is overgeleverd,

 4 terwijl ook God getuigenis daaraan geeft door tekenen en wonderen
en velerlei krachten en door de heilige Geest toe te delen naar zijn wil.

5 Want niet aan engelen heeft Hij de toekomende wereld,
waarvan wij spreken, onderworpen.
 6 Maar, iemand heeft ergens betuigd, zeggende: Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, of des mensen zoon, dat Gij naar hem omziet? 7 Gij hebt hem voor een korte tijd beneden de engelen gesteld, met heerlijkheid en eer hebt Gij hem gekroond, 8 alle dingen hebt Gij onder zijn voeten onderworpen. Want bij dit: alle dingen [hem] onderworpen, heeft Hij niets uitgezonderd, dat hem niet onderworpen zou zijn. 
Doch thans zien wij nog niet, dat hem alle dingen onderworpen zijn; 
 9 maar wij zien Jezus, die voor een korte tijd beneden de engelen gesteld was vanwege het lijden des doods, opdat Hij door de genade Gods voor een ieder de dood zou smaken, met heerlijkheid en eer gekroond.10 Want het voegde Hem, om wie en door wie alle dingen bestaan, dat Hij, om vele zonen tot heerlijkheid te brengen, de Leidsman hunner behoudenis door lijden heen zou volmaken.

 
11 Want Hij, die heiligt, en zij, die geheiligd worden, zijn allen uit één; daarom schaamt Hij Zich niet hen broeders te noemen, 12 en Hij zegt: Uw naam zal ik aan mijn broeders verkondigen, in het midden der gemeente zal ik U lof zingen;13 en wederom: Ik zal op Hem vertrouwen, en wederom: Ziehier ik en de kinderen, die God mij gegeven heeft.
14 Daar nu de kinderen aan bloed en vlees deel hebben, heeft ook Hij op gelijke wijze daaraan deel gekregen, opdat Hij door zijn dood hem, die de macht over de dood had, de duivel, zou onttronen, 15en allen zou bevrijden, die gedurende hun ganse leven door angst voor de dood tot slavernij gedoemd waren. 16 Want over de engelen ontfermt Hij Zich niet, maar Hij ontfermt Zich over het nageslacht van Abraham.

17 Daarom moest Hij in alle opzichten aan zijn broeders gelijk worden, opdat Hij een barmhartig en getrouw hogepriester zou worden bij God, om de zonden van het volk te verzoenen. 18 Want doordat Hij zelf in verzoekingen geleden heeft, kan Hij hun, die verzocht worden, te hulp komen.

Netherlands Bible Society
Meer informatie over NBG-vertaling 1951

 

En dit is de verkondiging, die wij van Hem gehoord hebben en u verkondigen:
God is licht en in Hem is in het geheel geen duisternis.

 1 Johannes: 5

Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling 
© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap

Terug omhoog

 

Afbeelding van twee handen in elkaar
Deze pagina is een onderdeel van de website: "godgelooftinmij".......